Een vreemd'ling hier beneên (2/2)

Gepubliceerd op 11 april 2025 om 17:00

Dit artikel is het vervolg op het artikel van vorige week.

 

Hoe komt het dat de mentaliteit verslechtert? De christen kent hier het antwoord op: doordat God het land uit is gezet. Met de grootste voorzichtigheid kunnen wij constateren dat wij God een vreemdeling hebben gemaakt in ons land. Waar eens werd gesproken over een 'Israël van het noorden', is Nederland nu synoniem geworden met de overtreding van de wet Gods.

Waar God een vreemdeling in het land is, kunnen en moeten wij constateren dat de christen zijn Leider daarin volgt. Ook zij die wensen te leven naar de wet van God, worden vreemdelingen in het ooit reformatorische vaderland. Steeds vaker bekruipt hen het gevoel dat ze worden aangekeken met argusogen. Dat de erkenning voor de waarden en normen waarnaar zij trachten te leven ontbreekt. Het lijkt alsof hun idealen niet langer passen in een samenleving die zich verder verwijdert van haar traditionele fundamenten.

Beperkingen worden zichtbaar. Besluiten van de overheid brengen hen in het nauw. Ontstaat dan niet de drang om te vluchten, te vluchten tot Hem die bescherming kan bieden?

Maar over de kerkmuren heen kijken is misschien nog wel te gemakkelijk. Want zelfs binnen de eens zo veilige kerkmuren neemt de onveiligheid toe. Waar ooit een sterke gemeenschap was, waar men samenleefde volgens gedeelde waarden en overtuigingen, lijkt ook daar de verdeeldheid toe te nemen.

Binnen kerkverbanden ervaart het behoudende lid steeds vaker het gevoel een vreemdeling te zijn. Wie hecht nog waarde aan de leer die in drie delen is verdeeld: over onze ellende, over de verlossing door Hem en over de dankbaarheid die men Gode verschuldigd is? Deze verdeling moet in elke preek hoorbaar zijn, elk deel is even belangrijk. Wie hecht nog waarde aan de Statenvertaling, aan de constante herhaling van de zondagen uit de Heidelbergse Catechismus, aan het Apostolicum, aan het zingen van psalmen en geestelijke liederen, aan het respectvol gekleed opgaan ter kerke?

Helaas moeten wij constateren dat zelfs binnen gemeenten men dan als ouderwets wordt gezien. Steeds vaker is merkbaar dat de aloude gebruiken geweerd worden uit de kerk en deze moderniseert en verarmt. Begrijp mij niet verkeerd; met de tijd meegaan is zeker niet verkeerd. Aansluiten bij de mogelijkheden die bijvoorbeeld de voortgang in de techniek biedt, is noodzakelijk. Maar een modernisering in de gebruiken om zich aan te passen aan de toehoorders, is pertinent onjuist. Het uitlichten van het deel der dankbaarheid of het verzwijgen van de straf op de zonde om de leer aangenaam te maken bij de toehoorders, evenzeer.

Hoe zorgelijk is het dan om te ervaren dat je, wanneer je als lid bij de kerkenraad je zorgen uit, bemerkt dat je als vreemdeling wordt gezien. Te behoudend, te somber, te ouderwets? Dan word je een vreemdeling binnen de kerkmuren.

Toch is dit niet enkel negatief en verdrietig. Want de titel van dit artikel is ontleend aan Psalm 119:10 (1773). Moeten wij niet allemaal een vreemdeling worden? Een vreemdeling heeft namelijk reden om te zoeken. De buitenlander zoekt naar een land om asiel te ontvangen. De onbekende zoekt naar punten van herkenning.

De behoudende kerkganger kent de belofte uit Mattheüs 7:7: ‘Zoekt en gij zult vinden!’ Hij zoekt erkenning in zijn overtuiging en mag blij verrast zijn dat er gelijkgestemden te vinden zijn. Maar niet alleen dat: hij zoekt hulp met het gebed uit de Avondzang:
"Behoed het ganse Christendom; Geef dat in kruis Uw vreugd weerom; Vertroost het neergebogen hart, En heel in gunst der kranken smart."

Als die zegen ons beschoren mag zijn, wie zou dan geen vreemdeling willen zijn? Wie stemt dan niet van harte in met het gebed uit de eerdergenoemde psalm:
"Ik ben, o HEER, een vreemd'ling hier beneên; laat Uw geboôn op reis mij niet ontbreken."

Johannes R.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.