Dit artikel is geschreven ter gelegenheid van de zangavond 'Al 't schepsel moet Hem prijzen' op D.V. 04-10-2025 in de koorkerk van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk te Tholen.
“De HEER is groot; al ’t schepsel moet Hem prijzen;
Zijn grootheid gaat het kloekst begrip te boven.
Laat elk geslacht Zijn werk en almacht loven.”
Psalm 145:1
Volgende week zaterdag is het zover. Om 19.00 uur openen de deuren van de Koorkerk (onderdeel van de Grote Kerk) in Tholen voor een bijzondere zangavond. De koren, organisten en dirigent staan klaar en zien ernaar uit deze avond samen met u door te brengen.
Wij verlangen ernaar om niet ons eigen kunnen te laten zien of onze stem te laten horen, maar om met elkaar de Naam van de HEERE aan te roepen en Hem te loven met muziek.
Bijzonder detail: de avond valt dit jaar samen met 4 oktober, de dag die in ons land bekend staat als dierendag. Met dat gegeven in gedachten is ook het thema voor deze zangavond gekozen. In het programmaboekje, dat volgende week op deze website wordt gepubliceerd, leest u meer over de achtergronden van dit thema.
In die uitleg wordt Franciscus van Assisi genoemd. Dierendag is namelijk vastgesteld op 4 oktober, de dag van zijn overlijden.
Franciscus was een rooms monnik en de stichter van de orde der Franciscanen. Hij stond bekend om zijn diepe liefde voor de natuur en Gods schepping. Tijdens een periode van ziekte schreef hij een lied dat later bekend zou worden als het Cantico del Frate Sole (Zonnelied). In lijn met de roomse traditie gebruikt hij daarin veelvuldig de termen broeder en zuster.
Voordat ik dit lied met u doorneem, stel ik mijzelf de vraag: past het mij, als gereformeerde man, om een artikel te schrijven over een rooms lied? In eerste instantie zou ik zeggen: nee. Toch moeten we bedenken dat de kerk van de Reformatie haar wortels heeft in de Rooms-Katholieke kerk. Daarom kan het waardevol zijn om, over de kerkmuren heen, dit gedicht vanuit reformatorisch oogpunt te bezien. Wat sluit aan bij de Schrift, en wat niet?
Altissimu onnipotente bon signore,
Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
tue so le laude, la gloria e l’honore et onne benedictione.
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.
Ad te solo, altissimo, se konfano,
U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
et nullu homo ene dignu te mentovare.
en geen mens is waardig uw naam te noemen.
Franciscus begint met Hem als eerste de eer te geven die Hem toekomt. Hij weet dat hij zijn Schepper loven moet. De lof, de roem en de eer, ja alle zegen, zijn van Hem. De HEERE is de bron van alle goed (Psalm 27). Van nature kunnen wij God echter niet loven, al moeten wij Zijn Naam wel noemen. Dáárin had Franciscus geen gelijk. Wel is het zo dat wij Zijn Naam niet ijdel mogen gebruiken (het derde gebod).
Laudato sie, mi signore, cun tucte le tue creature,
Wees geprezen, mijn Heer met al uw schepselen,
spetialmente messor lo frate sole,
vooral door mijnheer broeder zon,
lo qual’è iorno, et allumini noi per loi.
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
Et ellu è bellu e radiante cun grande splendore,
En hij is mooi en straalt met grote pracht;
de te, altissimo, porta significatione.
en hij brengt betekenis van U, Allerhoogste.
Iedere dag zien wij de zon opgaan in het oosten. Nee, eigenlijk is dat niet juist gezegd: de zon straalt altijd haar licht. Wij op aarde merken dit alleen wanneer de zijde van de aarde waarop wij ons bevinden zich naar de zon toekeert.
Te midden van de onmetelijke ruimte bevindt zich de Melkweg, waarin zowel de aarde als de zon hun plaats hebben. Langzaam beweegt de zon om het centrum van de Melkweg, terwijl de aarde weer in een baan om de zon draait. Nergens elders in die onmetelijke ruimte is een gasbol te vinden die gelijk is aan onze zon. Nergens is er een ster die, zoals de zon, met haar stralen de lucht verlicht en verwarmt.
Laudato si, mi signore, per sora luna e le stelle,
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
in celu l’ài formate clarite et pretiose et belle.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
En naast de zon is daar de maan. Een rotsblok dat van zichzelf geen licht geeft, maar wanneer de zon haar stralen op haar werpt, oplicht als een heldere bol aan de hemel en des nachts de aarde verlicht met haar zachte schijnsel.
Daarbij wordt zij vergezeld door ontelbare sterren, waarvan het licht de aarde bereikt. Zij staan als getuigen aan de hemel van Gods goedheid. Immers, Hij heeft Abraham beloofd dat Hij zijn nageslacht talrijk zou maken als de sterren aan de hemel.
Laudato si, mi signore, per frate vento,
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind
et per aere et nubilo et sereno et onne tempo,
en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
per lo quale a le tue creature dai sustentamento.
door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.
Helder wijst Franciscus hier op Gods voorzienigheid in de natuur: dat droogte en regen elkaar afwisselen, dat warmte en koude elkaar opvolgen. Dat de natuur in de winter tot rust komt en zich daarna in lente, zomer en herfst vernieuwt, om vrucht te dragen tot behoud van mens en dier.
Daarnaast noemt Franciscus het eerste van de vier elementen, die reeds vanuit de oudheid beschouwd werden als de ‘bouwstenen’ van de natuur: de lucht.
Laudato si, mi signore, per sor aqua,
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water,
la quale è multo utile et humile et pretiosa et casta.
die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.
Water, het tweede element van de natuur. Het is woest en krachtig, maar kan tegelijk ook een helende en rustgevende werking hebben. De mens zelf bestaat voor meer dan de helft uit water, en zonder water kunnen wij niet bestaan. Wij wassen ons ermee wanneer wij bevuild zijn. Het water wordt gesprenkeld op de voorhoofden van de kinderen wanneer zij gedoopt worden. Het bedruipt het dorstige land en laat gewassen groeien.
Laudato si, mi signore, per frate focu,
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur,
per lo quale enn’allumini la nocte,
door wie Gij voor ons de nacht verlicht;
ed ello è bello et iocundo et robustoso et forte.
en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
Vuur, het derde element van de natuur. Het verlicht in de donkere nacht, denk aan de wolkkolom tijdens de woestijnreis van het volk Israël, of de fakkels waarmee de soldaten zich naar de hof van Getsemane begaven in de nacht van Goede Vrijdag. Vuur is krachtig en kan verterend zijn, maar het is tegelijk onmisbaar voor de mens: om zich te verwarmen in ijzige koude en om licht te ontvangen in de duisternis.
Laudato si, mi signore, per sora nostra matre terra,
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde,
la quale ne sustenta et governa,
die ons voedt en leidt,
et produce diversi fructi con coloriti flori et herba.
en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.
Aarde, het vierde en laatste element van de natuur. In de aarde groeit ons voedsel. Bloemen, planten en bomen groeien tot Zijn eer en brengen vruchten voort; van bescheiden aardappels tot zoete en exotische ananassen, van appels in de bomen tot asperges die onder de grond ontwikkelen, van walnoten hoog in de top van de boom tot de rode aardbeien die zomers op de aarde rijpen.
De term ‘moeder aarde’ gebruiken wij, in tegenstelling tot Franciscus, niet. De aarde is een scheppingsgave van God, waaraan geen andere benaming dan Gods eigendom mag worden toegekend; al is de keuze begrijpelijk. Uit de schoot van de aarde komen immers vruchten voort, net zoals een moeder kinderen baart.
Laudato si, mi signore, per quelli ke perdonano
per lo tuo amore,
Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde
et sostengo infirmitate et tribulatione.
vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
En dan slaat Franciscus een andere weg in. Na het bejubelen van Gods schepping richt hij zijn gebed op God zelf en Zijn goedheid. Hij kan vergiffenis schenken voor de zonden die wij hebben begaan. Hij helpt ons bij het dragen van ziekte en verdrukking. De Heere sterkt de mens en geeft kracht naar kruis.
Beati quelli ke ’l sosterrano in pace,
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
ka da te, altissimo, sirano incoronati.
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.
Wie deze frase leest, merkt dat Franciscus hier niet de volledige leer van de rooms-katholieke kerk aanhangt. Hij lijkt te beseffen dat hij zelf zijn zaligheid niet kan verdienen: geen aflaat, geen rozenkrans, geen gebed, zelfs Maria kan hem niet redden. Hij begrijpt dat God zelf de ware vrede in het hart schenkt. Zachtmoedigen zal Hij met heil bekronen (vgl. Psalm 149).
Laudato si, mi signore, per sora nostra morte corporale,
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
da la quale nullu homo vivente pò skappare.
die geen levend mens kan ontvluchten.
Geprezen en dood… die twee lijken toch niet samen te gaan. Immers: de dood is de straf voor de zonde die wij mensen hebben gedaan. Hoe kan een dood dan tot lof zijn? Dat lijkt tegenstrijdig.
Toch lezen wij in Ezechiël 33:11:
"Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik heb geen lust in de dood van de goddelozen, maar daarin heb Ik lust dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zout gij sterven, o huis Israëls?"
Guai a quelli, ke morrano ne le peccata mortali:
Wee hen die in doodzonde sterven;
beati quelli ke trovarà ne le tue sanctissime voluntati,
Gezegend zijn zij die uw allerheiligste wil kennen,
ka la morte secunda nol farrà male.
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
Openbaring 14:13:
"En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zei: Schrijf, zalig zijn de doden, die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen."
Wie reeds gestorven is voor de zonde en een vernieuwd hart in zich draagt, mag in de HEERE sterven. Dan klinkt bij het uitblazen van de laatste adem de lof van het hart; het lijdt mee met de ziel, van haar woning op aarde tot haar Koning (vgl. Psalm 45).
Laudate et benedicete mi signore,
Prijs en zegen mijn Heer,
et rengratiate et serviateli cun grande humilitate.
en dank en dien Hem in grote nederigheid.
Mi signore, mijn Heere. Wat een teer einde van het gebed van Franciscus. Kunnen wij met hem instemmen: “Mijn Heere en mijn God”?
Hem zij de lof, de eer en de dankzegging. En ja… in grote nederigheid. Ook volgende week, wanneer wij samen met u in de kerk te Tholen bijeen hopen te komen.
Nu begint voor ons de laatste fase van voorbereiding voor de uitvoering. Om die reden zal volgende week enkel het programmaboekje op deze website verschijnen, zonder begeleidend artikel.
Mede namens het bestuur van de koren hopen en bidden wij op een gezegende avond.
Johannes R
Op 4 oktober 2025 vindt in de koorkerk van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk te Tholen een zangavond plaats van Gemengd koor Ethan, Emotion en PLENUM.
De opbrengst van de collecte deze avond is ten bate van stichting Chaïm.
Reactie plaatsen
Reacties