
De koekenpan gaat op het vuur. Smelt een beetje boter zodat de pannenkoek niet aanbakt. Wacht tot het schuim is verdwenen en schep er een soeplepel beslag in. Draai de pan rond, zodat het beslag zich gelijkmatig verspreidt en een mooie, dunne ronde pannenkoek vormt. Laat bakken tot de bovenkant droog is, kijk voorzichtig of de onderkant al goudbruin kleurt en keer de pannenkoek om, zodat ook de andere zijde kan garen.
De hoop is groot: zodra je de pan optilt, zie je een prachtig goudbruine pannenkoek. Maar helaas… de eerste is steevast een teleurstelling. Hoe vaak je ook pannenkoeken bakt, die allereerste mislukt altijd weer.
De oorzaak kan van alles zijn: de pan is nog niet warm genoeg, het beslag te koud, of er zit simpelweg te veel vet in de pan.
Ach, die eerste keren… De pannenkoek die deze week in stukken op mijn bord belandde, deed me denken aan andere eerste keren. Want de eerste keer dat je iets doet, gaat vaak gepaard met ongemak. Het gebrek aan ervaring bezorgt je zweetdruppeltjes op het voorhoofd en een versnelde hartslag van spanning. En soms hangt er heel wat van af: het kan goed gaan, of faliekant mis. Maar één ding staat vast: de eerste indruk die je achterlaat, wis je niet zomaar uit.
Herinner jij je nog die eerste keer dat je op een fiets reed, zonder zijwieltjes? Spannend en bang om te vallen, was ik. Toch… ik wilde op mijn mama lijken… die reed ook zonder zijwieltjes. Dat moest ik toch ook kunnen? Die eerste keer was een succes… Er zijn nog vele kilometers op de fiets gevolgd.
Een stuk minder succesvol was mijn eerste rijervaring in de auto. Mijn instructeur was erg vriendelijk, maar ik voelde meteen dat dit niet mijn ding zou worden. De snelheid waarmee dat vierwielige gevaarte zich onder mij voortbewoog en het totale gebrek aan controle van mijn kant, maakten dat ik na de eerste les eigenlijk al genoeg had gezien. Het rijbewijs kwam er uiteindelijk wel, maar autorijden zal nooit mijn hobby worden. Voor mij blijft het een noodzakelijk kwaad.
Wie herinnert zich niet de eerste keer dat je, hand in hand met papa of mama, naar school ging? Spannend was het om ineens in de klas te moeten zitten en aandachtig naar de meester of juf te luisteren. Of de eerste keer dat je op een date ging; vaak ongemakkelijk, met spanning die er van afspatte. En wie denkt niet terug aan die eerste slok koffie: je trok je gezicht samen en vroeg je af hoe iemand dat bittere goedje ooit lekker kon vinden… terwijl je er nu niet meer zonder kunt.
Zo’n eerste keer… die staat of valt met je eigen gevoel en met de mensen om je heen. Smaakt het naar meer, of schrikt het juist af? Toch hangt het niet alleen af van je eigen waarnemingen of emoties. Want de onzekerheid van een eerste keer kan verdwijnen door de juiste steun. Als je zelf twijfelt, kan iemand anders met een paar woorden, een klap op de schouder of een bemoedigende opmerking die onzekerheid wegnemen. Dan groei je even boven jezelf uit en voel je dat een ander jou dit gunt.
Die eerste keren… zonder hen zou het leven maar saai zijn. Niemand zou nog een stap buiten zijn comfortzone durven zetten. Zonder die eerste keren zouden we de talenten die we van Hem ontvingen niet ontdekken. We zouden geen nieuwe smaken leren kennen, geen onbekende gebieden verkennen.
Die eerste keren, zelfs als ze gruwelijk mislukken, zoals die eerste pannenkoek, dragen toch iets goeds in zich. We leren ervan, zodat de tweede keer anders kan zijn en we stap voor stap meer durven. Misschien is dat wel de reden dat de bakker de eerste pannenkoek voor zichzelf houdt (en stiekem opeet), zodat de tweede pannenkoek wél keurig goudbruin en goed doorbakken uit de pan kan glijden en geserveerd kan worden.
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties