'Al 't schepsel moet Hem prijzen' (1/2)

“De HEER is groot; al ’t schepsel moet Hem prijzen;
Zijn grootheid gaat het kloekst begrip te boven.
Laat elk geslacht Zijn werk en almacht loven.”
Psalm 145:1

Een dagje dierentuin… wie keek daar als kind niet naar uit? Wanneer je met schoolreis mee mocht, of wanneer je tijdens de vakantie met je ouders de dieren ging bekijken.

Vroeg in de ochtend vertrok je, omdat je ouders niet in een lange rij bij de kassa wilden belanden. Na het parkeren op de grote parkeerplaats liep je, hand in hand met papa of mama, richting de ingang. Vaak een groot gebouw, beschilderd met natuurlijke motieven.

Terwijl je voor de kassa stond te wachten, hoorde je onbekende geluiden. In de verte klonk het zachte grommen van een roofdier, daar tussendoor het vrolijke geschreeuw van apen, afgewisseld met het heldere gefluit van vogels.

Eenmaal binnen keek je je ogen uit. In de verblijven zag je dieren die je nog nooit eerder had gezien: okapi’s, gifkikkers, neusapen, bladsprinkhanen, piranha’s, witte tijgers…

Tussen de dierenverblijven stonden exotische planten in bloei. Kleuren en geuren die je niet kende, maar die diepe indruk maakten.

Maar wie staat erbij stil dat alles wat je in de dierentuin zag – al wat leeft – geschapen is tot Zijn eer? Al die dieren, bloemen, planten, bomen en zelfs de mensen die je in de dierentuin zag rondlopen: allen moeten Hem eren. Want immers: Al ’t schepsel moet Hem loven!

En waarom? Het antwoord vinden we in het allereerste hoofdstuk van de Bijbel: “God schiep en zag dat het goed was.” In alles wat Hij maakte, zien we Zijn grootheid terug.

Dag 1

Genesis 1:3 – “Daar zij licht! En daar werd licht.”

Is Hij het niet die ons beveiligt in de donkere nacht?

“God is mijn licht, mijn heil; wien zou ik vrezen?” – Psalm 27:1

Dag 2

Genesis 1:6 – “Daar zij een uitspansel in het midden der wateren, en dat make scheiding tussen wateren en wateren!”

Is Gods grootheid niet te zien in de onmetelijkheid van het heelal?

“De heldre lucht en ’t zwerk verkondigen Zijn werk, en prijzen Zijn beleid.” – Psalm 19:1

Dag 3

Genesis 1:9 – “Dat de wateren van onder den hemel in één plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde!”

Genesis 1:11 – “Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde!”

Is in de voortdurende cyclus van de jaargetijden in planten en bomen Zijn voorzienigheid en zorg niet zichtbaar?

“Uw goedheid kroont de jaargetijen waar Gij Uw voetstap zet.” – Psalm 65:8

Dag 4

Genesis 1:14 – “Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht.”

Is Gods wijsheid niet zichtbaar in de afwisseling van dag en nacht, eb en vloed?

“Zijn heerlijkheid, bekend alom, is boven zon en maan verheven.” – Psalm 113:2

Dag 5

Genesis 1:20 – “Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en dat het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!”

Is Gods veelzijdigheid niet zichtbaar in het dierenrijk?

“Maar d’ Opperheer, voor Wien al ’t schepsel bukt, ziet van Zijn troon oplettend naar beneden.” – Psalm 11:2

Dag 6

Genesis 1:24 – “De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard!“

Genesis 1:27 – “En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.”

Is Gods zorg voor Zijn schepping niet zichtbaar in het feit dat Hij de mens stelde tot wachter hierover?

Want de Heere gaf ons in Genesis 1:28-30 een duidelijke opdracht:

“En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!

En God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot spijze!

Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo.”

Dier en mens, plant en planeet, zon en maan – allen moeten wij onze Schepper loven!

Dat willen wij volgende week zaterdag ook doen in het Thoolse. Bent u erbij?

Johannes R.