Het verlichte pad - Advent 2025

Gepubliceerd op 12 december 2025 om 17:00

Voor elk die in het duister dwaalt…

 

Zomer, een aantal jaren geleden. Met een klein gezelschap besloten we om tegen de avond een boswandeling te maken. De zon stond nog hoog aan de hemel en de temperatuur was aangenaam. “Zullen we een zaklamp meenemen?” had iemand gevraagd, maar ach… het was nog licht en er was geen wolkje te bekennen. Dat leek niet nodig.

 

Vol goede moed begonnen wij aan de wandeling. Door het bos klimmen en klauteren (en dat zo’n tien kilometer lang) kost tijd. Zeker wanneer het gezelschap niet al te sportief is aangelegd, ikzelf inbegrepen. Terwijl wij ontspannen voortstappen, zakt de zon steeds verder. Al snel wordt het schemerig tussen de dicht op elkaar groeiende bomen. “We zullen er vast bijna zijn,” denken we. Maar niets is minder waar.

 

Op het moment dat de zon onder de kim zakt, blijken we pas halverwege te zijn, midden in een bos zonder herkenningspunten, waar we niet bekend zijn en onze enige gids de gele paaltjes langs het pad zijn.

 

We lopen gewoon door. Maar niet veel later valt de duisternis werkelijk in. We zien geen hand meer voor ogen. Eerst maken we nog grappen over de zaklamp die keurig thuis in de kast is blijven liggen. Maar het wordt almaar donkerder, zeker wanneer er bewolking binnen drijft en het licht van maan en sterren wegneemt. Voetje voor voetje vervolgen we onze weg. Een uitstekende boomwortel zien we niet en een deel van ons belandt languit op het pad. Zo kan het niet langer.

 

De gespaarde batterijen van onze telefoons bieden uitkomst. Eén voor één doen we de zaklampfunctie aan. In het zwakke schijnsel banen we ons een weg naar de rand van het bos. Nog nooit waren we zó blij met zo weinig licht.

 

Bij de uitgang beschijnt het licht van een lantaarn ons pad. Opgelucht halen we adem. We zien weer wat.

 

Wat is een mens zonder licht? Op de tast zoekt hij zijn weg. Was het licht ook niet het eerste wat God schiep? Licht is noodzakelijk voor ons bestaan. Zonder licht is er geen voedsel; planten en bomen groeien niet. Zonder licht begint de dag niet; het zou altijd nacht zijn. Zonder licht zou de mens depressief worden door een gebrek aan vitamine D. Een leven zonder licht kunnen we ons eenvoudigweg niet voorstellen.

 

Toen het volk Israël door de woestijn trok (van Egypte naar het beloofde land) trokken zij ook ’s nachts verder. De wolkkolom die overdag bescherming bood tegen de felle zon, veranderde in een vuurkolom bij nacht: verwarmend én verlichtend. Zo kon het volk voorttrekken, bij nacht en bij dag.

 

Licht is ook mentaal zo nodig. Want wanneer de nevels van donkere gedachten toenemen en er geen lichtpuntjes meer zijn… wie wil dan nog leven? Verlichting van het verduisterde verstand is dan onmisbaar. Dat hoeft niet meteen een zon te zijn. Soms zit het in iets kleins: een moment om naar uit te kijken, een vriendelijk woord, een hand op je schouder. Dat moment, dat woord en die hand kunnen zijn als licht dat de donkere geest even opklaart; als een warme douche op een koude winterdag.

 

Het doet mij denken aan de inmiddels gesloten afdeling oncologie van een ziekenhuis in ons land. Velen hoorden daar: “U bent ziek. U heeft kanker. We gaan proberen u te behandelen. Er is kans op genezing, maar geen zekerheid.” Wie daarna de spreekkamer verliet, zag aan het einde van de smalle gang een driehoekig raam, met de punt omhoog. Het gaf uitzicht op de buitenwereld. Dat raam was voor velen een lichtpunt: een symbool van hoop en van een mogelijke genezing.

 

We bevinden ons in de donkere dagen voor kerst, ook kerkelijk gezien. Zeker richting kerst kan het geestelijk zo donker zijn. Juist daardoor wordt het verlangen naar het Licht groter. Stil klinkt dan in het hart van de kerkganger de bede: “O kom, o kom, Immanuel.” De kerk ziet uit naar de komst van het Kind in de kribbe.

 

Maar… wie van ons kan zeggen een ware kerstgedachte in het hart te voelen? Wie kent het adventsverlangen werkelijk, en ziet met hart en ziel uit naar Zijn komst? Naar Zijn komst in deze wereld;  ja, Zijn komst in ons hart?

 

Wie de vervulling van die belofte kent, ziet naar het oosten en merkt daar reeds de morgen dagen. Daar ziet men het Licht opgaan tot verlichting der heidenen. Ja, daar ziet men Zijn heilzon opkomen, zelfs midden in de adventstijd.

 

Johannes R

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.