Na het doorlopen van 365 dagen is mijn reis in het jaar onzes Heeren 2025 bijna ten einde. Voor mij bevindt zich de deur naar 2026. Mijn hand rust al op de klink; ik hoef haar slechts naar beneden te drukken om een nieuwe kamer binnen te gaan. Toch aarzel ik. Kan ik deze ruimte verlaten zonder om te zien? Mag ik het nieuwe jaar binnengaan zonder eerst te reflecteren op wat achter mij ligt?
Twijfelend kijk ik om. Achter mij is een volkomen duisternis. Ik begrijp waarom. De woorden van het kerstgedicht zijn waarheid: “Ach, wat zijn de tijden donker.” Ieder jaar vult angst het hart wanneer je terugziet op wat er in dat jaar allemaal is voorgevallen. Ieder jaar opnieuw moet je constateren: wat een tekort in mijzelf, wat een afglijden van de maatschappij, wat een toename van duistere machten. Het afgelopen jaar was daarop geen uitzondering.
Plots klinken de toetsen van een toetsenbord door de kamer. Een klik weerklinkt en een lichtstraal valt op mijn laptop. Die laptop waarachter alle artikelen die dit jaar op deze website zijn verschenen, zijn getypt. Daarnaast liggen de programmaboekjes van Emotion/PLENUM en artikelen voor De Evangelist (Deputaatschap Evangelisatie, Gereformeerde Gemeenten). Wat is er veel de revue gepasseerd. Zo mocht ik veel reacties ontvangen op het artikel over de onchristelijke gymles. Wat was het herkenbaar. Wat voelden velen het ongemakkelijke gevoel van toen weer terugkeren. Aan het einde van de zomer ging ik de tijd door in een serie over oerneigingen. De rol van de man werd uitvoerig besproken.
En toen volgde een artikel waar ook ik met een brok in mijn keel aan terugdenk. Ach, arme Oostkerk Zo klonk het. Het zijn van die artikelen die geschreven móéten worden. Waarvan mijn hart het van mij verlangt. Ik kan niet anders… Al is het midden in de nacht.
Klik. Donker is het weer in de kamer van 2025. Wie mij kent, weet dat ik in artikelen vaak persoonlijke zaken verwerk. Niet iedereen ziet ze, maar voor hen die dat wel doen: dank voor de woorden die ik van jullie mocht ontvangen!
Een nieuwe lamp gaat aan en beschijnt een lessenaar. Daarop ligt de koormuziek die ik het afgelopen jaar met de verschillende koren mocht instuderen. Week in, week uit werd er door vier koren onder mijn leiding gerepeteerd. Zij zongen de psalmen van David, geestelijke liederen uit Nederland en andere landen, klassieke werken en vaderlandse liederen. Iedere repetitie heb ik, in alle tekort, getracht te wijzen op de inhoud van de gezongen teksten. De uitvoeringen zijn geweest. Wat zouden zij teweeggebracht hebben in het hart van de zangers en zangeressen, van organisten en van mijzelf? Of bleef het steken bij een emotioneel momentje op de avond, wanneer men mij met tranen in de ogen aankeek? Mocht de tekst meer zijn dan slechts zang, en woorden tot heil worden voor ons?
Klik. Het duister keert terug. In verwondering sta ik daar. Wie ben ik dat ik dit doen mag? Waarom komen de leden wekelijks terug? Waarom zie ik hen genieten, ontroerd en dankbaar mij aankijken? Waarom heb ik het verdiend dat de koren groeien en vele nieuwe zangers en zangeressen het afgelopen jaar met ons de lofzang hebben aangeheven?
Weer wordt de kamer verlicht. Gouden geldstromen worden zichtbaar. Zij staan symbool voor het werk dat het afgelopen jaar is verricht. Wat is er door mij en mijn collega’s veel arbeid verzet. Wat hebben wij, met alle tekort, gezocht naar het beste voor hen wier financiële zorg aan ons was toevertrouwd. Wat krijgen wij daarvoor soms weinig waardering, terwijl het bitter nodig is. Makkelijk is het werk zeker niet. Toch pakken wij dagelijks opnieuw de telefoon op, schrijven wij de mails en stellen wij de begrotingen bij. Enkel omdat het ons werk is, of is het meer dan dat? Beseffen wij dat het nodig is?
Klik. Een zucht ontsnapt mij. Soms voelt het werk niet rendabel en vraag je je af waarom je het eigenlijk doet. Zou het wel helpen? Is het geen druppel op een gloeiende plaat? Maar nee… deze gedachte mag mij niet bekruipen. Want iedere klant wordt geholpen, al zien zij het zelf soms niet.
Een nieuw licht gaat aan en beschijnt een wieg, gouden ringen en een graf. Het jaar 2025 heeft nieuw leven gebracht; er werd getrouwd, maar het heeft ook bekenden door de dood doen ontvallen. Al die momenten zie ik hier, in deze kamer, voor mij. Vreugde en verdriet wisselen elkaar af. Het is alsof het kraaien van de kleintjes en het luiden van de bruidsklokken worden vermengd met het zachte snikken van hen die geliefden door de dood moesten afstaan.
Klik. Weg licht. Zo, staande voor de deur van het jaar, besef ik steeds vaker en steeds meer dat alles eindig is. Sombere gedachten vervullen de geest. Want ik sta hier nog, op deze laatste dag van het voorbijgevlogen jaar. Waarom? Heb ik dat verdiend? Waarom lig ik niet in het eerder verlichte graf? Toch… de graven die ik zag, waren niet enkel somber. Zojuist bescheen licht enkele van deze graven. Licht van Zijn trouw, die rust, zelfs op het late nageslacht. Als mijn graf in het komende jaar zou worden gegraven, zou dat graf dan ook belicht mogen worden door Zijn genade?
Weer gaat een lamp stralen. Daar staan zij… mijn familie en vrienden. Met hen heb ik het afgelopen jaar de weg gelopen. Zonder hun steun had ik het niet gekund. Wat ben ik hen dankbaar voor alles wat zij mij dit jaar hebben gegeven. Tranen vervullen mijn ogen. Ik zou hen allen wel een dikke knuffel willen geven; ik zou wel duizendmaal ‘bedankt’ willen zeggen. Wat gun ik hun meer dan dat ik mijzelf gun. Wat zou ik bij hen die zorgen hebben, die graag willen wegnemen. Wat zou ik hen allen willen beschermen tegen pijn en verdriet. En vooral besef ik… wie ben ik dat ik deze steun mag ontvangen? Het is niet vanzelfsprekend. Niet iedereen heeft de support die ik krijg.
Klik. Tranen druppen op de grond, want ook in familiebanden en vriendschappen zijn fouten gemaakt. Wat zou je soms de tijd terug willen draaien om zaken uit te wissen, maar dat is onmogelijk. Toch… ik besef dat in goede relaties ook sprake is van vergeving. Dan worden de fouten mij vergeven, en gebeurt dat ook richting hen die mij lief en dierbaar zijn.
Met de klik is ook het licht op hen uitgegaan en sta ik hier alleen. Ieder mens moet zelf de stap van 2025 naar 2026 zetten. Alleen.
Langzaam begin ik mij om te draaien. Terwijl ik dat doe, valt er helder licht van boven dat het hele jaar in een scherp licht zet. Alle daden van 2025 worden zichtbaar. De goede, maar ook de verkeerde. Dwars daar doorheen klinkt een stem. Flarden van preken, Bijbelteksten, liedteksten en gebeden vullen de kamer van het afgelopen jaar, gevolgd door een resonerende roep die 365 dagen heeft geklonken:
“Bekeert u! Mijn licht is er voor ieder die in het duister dwaalt!”
Terugziend op het afgelopen jaar en alle zonden daarin begaan, buig ik mijn hoofd. Ik kan het licht niet meer aanzien. Ik voel dat ik op de knieën word gedwongen. Dan kan ik niet anders dan mijn handen vouwen en smekend snikken:
Hoor, HEERE, mijn gebed, wil mij verstaan,
ja, wil mijn tranen gadeslaan,
want ’k ben bij U een vreemdeling geacht,
een gast, gelijk mijn voorgeslacht.
Wend dan Uw straf, verkwik mijn ziel nu weer;
straks ga ik heen en ben niet meer.
(Psalm 39 : 8 – ber. Ds. Meeuse)
Wanneer het donker terugkeert, sta ik op. Het is voorbij. Het jaar 2025 zal verdwijnen in de maalstroom van de tijd en nooit meer terugkeren. Wat geweest is, is niet meer te veranderen.
Mijn hand rust op de deurklink. Wanneer de klok weerklinkt, druk ik de hendel naar beneden en stap ik de deur door…
Dit zijn mijn laatste woorden op deze website in het jaar onzes HEEREN 2025.
Mea culpa voor alle fouten die in het afgelopen jaar op deze website zijn verschenen. Ik hoop en bid dat Hij ze genadig wil vergeven.
Ik sluit af met de woorden die Bach onder zijn muziek schreef, wetende dat niets in eigen kracht was geschreven:
Soli Deo Gloria – Alleen aan God de eer!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties