
En het vierde koninkrijk zal hard zijn, gelijk ijzer; aangezien het ijzer alles vermaalt en verzwakt; gelijk nu het ijzer, dat zulks alles verbreekt, alzo zal het vermalen en verbreken. – Daniël 2 : 40
Vorige week begonnen we onze reis door de tijd met de rol van de man. Na stil te hebben gestaan bij de schepping, de prehistorie en de oudheid, zetten we deze week onze tocht voort door de vroege en late middeleeuwen.
Vroege Middeleeuwen – Tijd van boeren, monniken en ridders
In een droom was het koning Nebukadnezar al geopenbaard: na zijn rijk zouden er meerdere rijken komen. Geen van deze zou echter blijvend zijn. Zo ook het Romeinse Rijk niet. Hoewel dit rijk sterk was als ijzer, viel het uiteindelijk uiteen. Interne spanningen en externe aanvallen ondermijnden de kracht van het rijk, waardoor het geen stand kon houden.
De val van het Romeinse rijk luidde een donkere periode in. De middeleeuwen begonnen. Een tussenperiode in de geschiedenis waarin de welvaart grotendeels verdween. Het leven vereenvoudigde. De door de Romeinen zo goed verzorgde hygiëne, landschapsinrichting en bestuurlijke structuren raakten in verval en verdwenen voor een groot deel.
De rol van de man veranderde daarmee ook. Het werd meer dan eens aan banden gelegd. Maar liefst 90% van alle mannen werd boer. Overdag ging men naar het land of zorgde men voor de dieren, ’s avonds was men thuis in het gezin. Daar werd de omgang met de vrouw aan banden gelegd door Rome. Zoals de kerk voorschreef hoe men met de vrouw moest omgaan, zo werd het ook gedaan. Er waren talloze regels over wat wel en niet geoorloofd was. De belangrijkste rol van de vrouw werd gezien in haar vermogen om nageslacht voort te brengen. Rome legde daarbij de nadruk op het krijgen van veel kinderen, mits dit op de 'juiste' manier gebeurde.
Het leven van de man was hard en zijn levensverwachting kort. Door het schrijnende gebrek aan hygiëne kregen ziekten en infecties vrij spel, vaak met dodelijke afloop
Naast zijn werk en de omgang met zijn vrouw werd van de man verwacht dat hij zich wijdde aan devotie en geloofszaken. In de kerk verkondigden priesters en kardinalen een boodschap van hel en verdoemenis voor wie zich niet hield aan de regels van de kerk.
De overige 10% van de mannen bestonden uit twee groepen:
- Edelen en notabelen: Zij hadden de leiding over de gebieden waar zij heersten. Mannen van stand moesten zich ook als zodanig gedragen. Vrouwen waren voor hen een bron van steun, en dat werd erkend: wanneer de man afwezig was, bijvoorbeeld bij veldtochten of bestuurlijke taken, kon de vrouw de leiding tijdelijk overnemen. Huwelijken werden doorgaans gearrangeerd, met als doel het versterken van de sociale positie of het vergaren van rijkdom via een bruidsschat. Waar het huwelijk aanvankelijk weinig liefde kende, bloeide de liefde tussen man en vrouw regelmatig alsnog op. Wel bleef, mede door Roomse invloeden, de vrouw ondergeschikt aan de man.
- Geestelijken: Hoewel edelen en notabelen de zichtbare leiders waren, vormden de geestelijken de feitelijke machthebbers van de middeleeuwen. Priesters, bisschoppen, kardinalen en monniken verkondigden het woord van Rome en oefenden enorme invloed uit op het dagelijks leven. Rome bepaalde wat er mocht en moest gebeuren; de geestelijken waren het kanaal waardoor deze boodschap werd overgebracht (soms echter verdraaid uit eigenbelang of winstbejag). Voor geestelijke mannen was er geen plaats voor een vrouw in hun leven: zij waren 'getrouwd' met de leer. Door het celibaat hadden zij, zo werd en wordt geredeneerd, meer ruimte voor een geestelijk huwelijk met God. Maar ook voor hen gold: het vlees is zwak. Er zijn talloze voorbeelden van geestelijken die het niet zo nauw namen met de regels van het celibaat.
Late Middeleeuwen – Steden en Staten
De rolverdeling die in de vroege middeleeuwen ontstond, zette zich voort in de late middeleeuwen. De scheiding tussen boeren, edelen en geestelijken bleef grotendeels intact. Van de man werd nog steeds hetzelfde verwacht: werken, zich voortplanten en het verdedigen van zijn eigendommen.
Toch begon de invloed van Rome langzaam af te nemen, daar kom ik later op terug. De regels rondom liefde, huwelijk en de omgang met vrouwen bleven onverminderd van kracht.
Door een licht economisch herstel kreeg de man meer mogelijkheden zich verder door te ontwikkelen. Dit leidde tot het ontstaan van ambachtslieden en de vorming van gilden.
De status van de man werd afgemeten aan zijn macht, aanzien en zijn vermogen om eigendommen te verdedigen. Daarnaast begon ook het uiterlijk opnieuw een rol te spelen. De grauwe lompen uit de vroege middeleeuwen maakten plaats voor kleurrijke kleding (voor wie het zich kon veroorloven). Roze gold als de kleur voor mannen, blauw voor vrouwen. Het ideaalbeeld was een man die gespierd en stevig gebouwd was, met een blanke huid.
Echter was er één probleem voor elke man… oud werd men niet. Op je twaalfde begon je te besturen, rond je vijftiende trouwde je, op je 18e trok je ten strijde (wanneer dit nodig was). Bereikte je je dertigste levensjaar, dan had je geluk; velen stierven eerder.
Niet alleen door het zwaard was het leven kort. De late middeleeuwen werden geteisterd door een pandemie die zijn weerga niet kende: de Zwarte Dood. Deze pest raasde door veld en bos, genadeloos en ongeneeslijk. Overal luidden de doodsklokken. Vele mannen en vrouwen stierven snel; vaak werd het lichaam al drie dagen na besmetting levenloos uit hun woning gedragen. Miljoenen mensen verloren het leven.
De Zwarte Dood bracht een kentering teweeg in de invloed van de Roomse kerk. De kerk noemde de pest een straf van God en riep op tot vroomheid en gebed om de ziekte af te wenden. Maar deze oproepen bleken helaas vruchteloos. Toen ook geestelijken zelf slachtoffer werden van de pest, begon het volk te twijfelen aan de leer van Rome en kwam er steeds meer verzet. Als gevolg daarvan namen de landeigenaren feitelijk de macht over. Een begin in de scheiding tussen kerk en staat.
Addendum
De middeleeuwen waren voor mannen vaak hard, en het aardse leven kort van duur. Als boer hield je je aan de regels van de kerk en de heersende vorst, zowel binnen als buiten het huis. Onwillekeurig vraag ik me dan toch af: zou dit geen weerstand oproepen? Want iedere man wil zijn eigen terrein afbakenen en zijn eigen regels kunnen stellen.
Hoewel de door Rome opgelegde regels soms streng leken, kan ik ze niet helemaal verkeerd vinden. Het huwelijk bestond tussen man en vrouw, en buitenechtelijke relaties werden afgekeurd. Hoe anders is dat vandaag de dag, waarin de rolverdeling veel meer vervaagt. Daar kom ik later in deze serie op terug.
Het celibaat dat Rome zijn geestelijken oplegt is ronduit onjuist. Iedere man heeft emoties, behoeften en verlangens. Natuurlijk moet iedere man (net als iedere vrouw) een geestelijk huwelijk kennen met zijn Bruidegom. Dit is echter geen aards huwelijk, of vergeet Rome even dat er in Genesis 2 : 24 een opdracht van God zelf staat: “Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn.”
Was de pest een straf van God? Een lastige vraag die ik mezelf tijdens het schrijven van dit artikel stelde. Snel neig je misschien naar ‘ja’. Onwillekeurig denk ik aan de recente coronapandemie. Ook toen klonk het van de kansels: ‘Zie, Hij straft.’ En ja, het leed dat beide pandemieën veroorzaakten was groot. De tijd toen en nu was en is donker. We mogen pandemieën zeker als straf zien. Mattheüs 24:7 zegt hierover duidelijk:
"Want het ene volk zal tegen het andere opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere; en er zullen hongersnoden, pestilentiën en aardbevingen zijn op verschillende plaatsen."
Maar geldt dat ook niet, zoals in het vers ervoor staat: “Maar nog is het einde niet”? Want God is lankmoedig… De pest verbrak de invloed van de Roomse kerk en schiep (daar kom ik volgende week op terug) ruimte voor de Reformatie. Wat zou de coronapandemie teweeggebracht hebben? Is er uit deze pandemie ook iets positiefs voortgekomen?
De eenvoud van het middeleeuwse bestaan; wie tekent er niet voor als man? Een leven wat bestaat uit werk, gezin en de kerk. Is dat zo slecht?
Volgende keer de rol van de man in de renaissance en gouden eeuw.
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties